Nieuwe richtlijn PFAS-onderzoek

04.04.2022

PFAS-opdrachthouder Karl Vrancken heeft op 01/04/2022 zijn 2de rapport voorgelegd aan de Vlaamse regering en een bijgesteld handelingskader voor PFOS en PFAS voorgesteld.

Dit tijdelijk handelingskader bevat voorstellen voor nieuwe toetsingswaarden voor bodem, grondverzet, grondverbeteraars, grondwater, drinkwater, afvalwater, bemalingswater, oppervlaktewater, zwem- en recreatiewater en lucht.

Naar aanleiding van dit nieuwe handelingskader heeft OVAM de Richtlijn PFAS-onderzoek aangepast. De nieuwe richtlijn vindt u in bijlage bij dit artikel. We overlopen de voornaamste wijzigingen en vatten de belangrijkste bepalingen nog eens samen:

Richtlijn PFAS-onderzoek:

Overzicht risico-activiteiten:

De tabel met een overzicht van de risico-activiteiten werd aangepast op basis van recente bevindingen. Voor risicolocaties waar papier- of verpakkingsindustrie of textielindustrie gevestigd is of was, is de kans op het vrijkomen van PFAS in het milieu aangepast van ‘beperkt’ naar ‘groot’. Dezelfde aanpassing werd gedaan voor locaties met waterzuiveringsinstallaties.

Checklist staalname:

De eBSD dient in de mate van het mogelijke na te gaan of het materiaal dat gebruikt wordt bij de staalname PFAS kan bevatten. De checklist die in bijlage bij de richtlijn toegevoegd werd, moet voor elke staalname worden overlopen. Een ingevulde en gedagtekende kopie ervan moet bewaard worden in het dossier.

Monstername:

In afwachting van de opname van specifieke bepalingen in de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag moet onderstaande richtlijn voor het aantal te analyseren stalen PFAS gevolgd worden:

In-situ bemonstering:

Zowel voor PFAS-verdachte als voor PFAS-onverdachte terreinen dient steeds 1/4de van de te analyseren mengstalen geanalyseerd te worden op PFAS. De analyses moeten gebeuren op de mengstalen van de toplaag van de bodem. Bij bepaling van het aantal te analyseren mengstalen wordt de bekomen waarde (1/4de) steeds afgerond naar de bovenliggende eenheid.

Gestockeerde partijen:

Zowel voor homogene als heterogene hopen - ongeacht of de hoop PFAS-verdacht of PFAS-onverdacht is - dient steeds 1/4de van de te analyseren mengstalen geanalyseerd te worden op PFAS. Bij bepaling van het aantal te analyseren mengstalen wordt de bekomen waarde (1/4de) steeds afgerond naar de bovenliggende eenheid.

Indien specifieke bepalingen voor de staalname en analyse van PFAS opgenomen worden in de StandaardProcedure voor de opmaak van het Technisch Verslag, moeten de bepalingen van de standaardprocedure worden gevolgd.

De verplichting om minstens 1/4de van de mengmonsters op PFAS te analyseren, geldt voor alle onderzoeken waarvoor het veldwerk uitgevoerd is na 19 april 2022.

Handelingskader grondverzet:

Vrij gebruik:

  • PFOS: toetsingswaarde vrij gebruik: 3 μg/kg ds
  • PFOA: toetsingswaarde vrij gebruik: 3 μg/kg ds
  • PFAS: toetsingswaarde vrij gebruik: 8 μg/kg ds voor de som van de PFAS. (Parameters waarvan de gemeten waarde onder de rapporteringsgrens ligt, worden in de sommatie niet meegenomen.)

 

Bouwkundig bodemgebruik / vormvast product:

Uit het rapport van de PFAS-opdrachthouder blijkt dat de onderbouwing van de norm voor bouwkundig bodemgebruik / vormvast product van 70 µg/kg ds verouderd is en dat experten adviseren om de waarde bouwkundig bodemgebruik / vormvast product van 70 µg/kg ds voor PFOS niet langer te gebruiken. Er werd een opdracht gegeven aan VITO om deze norm te herzien. In afwachting van deze studie (besluit verwacht tegen eind 2022), wordt de toetsingswaarde van 70 µg/kg ds (die steeds gemotiveerd en onderbouwd moest worden) afgeschaft. Een nieuwe waarde wordt niet voorgesteld.

De eBSD kan nog steeds zelf een toetsingswaarde bouwkundig bodemgebruik / vormvast product uitwerken op basis van de bepalingen opgenomen in de standaardprocedure voor de opmaak van het technisch verslag: de erkende bodemsaneringsdeskundige gaat voor het evalueren van het analyseresultaat voor niet genormeerde parameters uit van eigen opgestelde toetsingswaarden. Op basis van de toetsingswaarden en de stofeigenschappen van de niet-genormeerde parameter bepaalt de bodemsaneringsdeskundige de gebruiksvoorwaarden voor de bodemmaterialen. Deze gebruiksvoorwaarden worden opgenomen in het technisch verslag. De verantwoordelijkheid voor deze werkwijze ligt volledig bij de erkende bodemsaneringsdeskundige.

Voor toepassing van bodemmaterialen in groeves of voor onderwatertoepassingen kan een bijkomende locatie-specifieke evaluatie nodig zijn.

De toetsingswaarden worden toegepast voor de besluitvorming van onderzoeken die na 19 april 2022 zijn opgemaakt.

Deel dit bericht: 
Deel dit bericht