Analyse & toetsing PFAS

17.08.2021

De manier waarop er met PFAS moet omgegaan worden bij de opmaak van technische verslagen, is constant in evolutie. In dit nieuwsitem sommen we de laatste nieuwe instructies op m.b.t. de analyse en interpretatie van PFAS en bespreken we enkele veel gestelde vragen.

Bouw- en lijntrajecten:

Bemonsteringsstrategie:

Indien PFAS een verdachte parameter is, dient minstens ¼ de van alle mengmonsters te worden geanalyseerd op PFAS. 

Staalnamediepte:

De eBSD bepaalt welke bodemlagen op PFAS onderzocht moeten worden.

Opgelet: Op basis van de huidige kennis zou PFAS erg mobiel zijn waardoor eigenlijk alle lagen als PFAS-verdacht beschouwd kunnen worden. Het is daarom aangewezen om bij het onderzoek niet te focussen op 1 bepaalde laag.

Bij onderzoek naar atmosferische depositie adviseert OVAM om zeker stalen te nemen van de laag 0-0,15 m-mv. Door grondbewerkingen (uitgravingen, ophogingen, omploegen, ...) kan het aangewezen zijn om ook andere lagen te onderzoeken.

Indien overschrijdingen worden aangetroffen, dient er ook in het grondverzet steeds overgegaan te worden tot afperkend onderzoek.

Grootschalige projecten:

In de richtlijn voor eBSD´s "Aanpak bodemonderzoeken ikv PFAS-onderzoek" d.d. 5 juli 2021 wordt gesteld dat bij grootschalige opdrachten in overleg met OVAM de analyse van de indicatieve parameters op 50% van de stalen gebracht mag worden.

Een definitie van "grootschalig" ontbreekt momenteel, maar we kunnen wel bevestigen dat men hiermee projecten met een grote oppervlakte bedoelt, niet projecten met een groot volume.

 

Opgeslagen hopen bodemmaterialen

Opbouw:

De CvGP "Opslag, bewerking en reiniging van bodemmaterialen" stelt dat partijen met ongekende milieuhygiënische kwaliteit - kleiner dan 400 ton (250m³) - vóór inkeuring kunnen samengevoegd worden tot een samengestelde partij indien de afzonderlijke partijen voor dezelfde parameters verdacht zijn. Dit wilt zeggen dat er afzonderlijke samengestelde hopen opgebouwd moeten worden met deelpartijen uit PFAS-verdachte zones.

Analyse:

OVAM vraagt om - in afwachting van verdere evaluatie en aanpassing van de standaardprocedure opmaak technisch verslag - om bij hopen van ongekende herkomst en samengestelde hopen (waarvan 1 of meerdere deelpartijen potentieel PFAS-verdacht zijn) alle mengmonster te analyseren op PFAS.

Voor enkelvoudige hopen uit PFAS-verdachte zones volstaat het om ¼ de van alle mengmonsters te analyseren op PFAS.

 

Bagger- en ruimingsspecie:

Er zijn momenteel onvoldoende aanwijzingen om PFAS mee op te nemen in het standaardanalysepakket voor waterbodem. Desalnietteminn kan het - gezien de verhoogde PFAS-concentraties die in sommige waterlopen aangetroffen worden - niet uitgesloten worden dat er ook in de bagger- en ruimingsspecie van deze waterlopen verhoogde PFAS-concentraties worden aangetroffen. Het is aan de eBSD om bij de uitvoering van het historisch onderzoek en het uitwerken van de bemonsteringsstrategie na te gaan of PFAS als een verdachte parameter beschouwd moet worden.

Ondertussen is wel duidelijk dat de specie ter hoogte van het lozingspunt van waterzuiveringsinstallaties sterk verhoogde concentraties aan PFAS kan bevatten: het zuiveringsproces heeft geen impact op de aanwezigheid van PFAS in het afvalwater, waardoor deze de waterzuivering ongehinderd doorlopen en accumeleren in de waterbodem ter hoogte van het lozingspunt.

 

TOP / CGR / CSV:

Inkeuring:

De inkeuring op een site werd ingevoerd zodat nagegaan kan worden of de aangevoerde partij voldoet aan de acceptatiecriteria zoals opgenomen in de milieuvergunning. Bij inkeuring van verdachte partijen, hopen van ongekende herkomst en samengestelde hopen (waarvan 1 of meerdere deelpartijen potentieel PFAS-verdacht zijn) is het daarom aangewezen om minstens 1 staal op PFAS te analyseren.

Uitkeuring:

Voor de uitkeuring blijven de regels zoals opgenomen in de CvGP "Opslag, bewerking en reiniging van bodemmaterialen" gelden: de standaardprocedure bepaald het minimaal aantal geanalyseerde stalen (∑ in situ + inkeuring + uitkeuring) dat op het einde van het gehele proces beschikbaar moet zijn. Voor het aantal mengmonsters dat hiervan op PFAS geanalyseerd moet worden, verwijzen we naar de paragraaf "Opgeslagen hopen bodemmaterialen".

 

Uitloging PFAS:

De richtlijn "PFAS-onderzoek" stelt voor PFOS als toetsingswaarde bouwkundig bodemgebruik een maximale waarde van 70 µg/kg ds voor. Tegelijkertijd waarschuwt de richtlijn dat deze waarde in afwachting van een normeringskader richtinggevend kan worden gehanteerd, onverminderd de verantwoordelijkheid van de erkende bodemsaneringsdeskundige om de veilige toepassing van de toetsingswaarde in de specifieke omstandigheden van het dossier te beoordelen en te motiveren in het technisch verslag.

Als gevolg hiervan hebben verschillende eBSD´s geopperd om de dossierspecifieke beoordeling en motivatie te vervangen door een uitloogproef voor PFAS. OVAM meldt ons nu dat - hoewel dit interessante resultaten kan geven - de uitloogproef voor PFAS niet aanvaard mag worden omdat er momenteel o.a. ook geen duidelijke uitloognorm is. In afwachting van meer wetenschappelijk onderzoek blijft de Richtlijn PFAS-onderzoek van toepassing. Deze moet als beleidsregel gehanteerd worden.

 

Berekening som PFAS:

Er bestaat wat onduidelijkheid over de berekeningswijze van de som PFAS om af te toetsen aan de toetsingswaarde van 8 µg/kg ds. Bij deze kunnen we bevestigen dat de som PFAS berekend moet worden door alle 28 kwantitatieve PFAS-componenten (waarvan de gemeten waarde boven de rapporteringsgrens ligt) te sommeren. Dit wilt dus zeggen dat PFOS en PFOA telkens individueel afgetoetst moeten worden aan 3,0 µg/kg ds EN OOK mee opgenomen moeten worden in de sommatie voor toetsing aan 8 µg/kg ds.

 

Streefwaarde en bodemsaneringsnormen PFAS:

In het document ‘Toetsingswaarden voor PFOS en PFOA in bodem en grondwater’ (dd 5/03/2021) worden voor PFOS en PFOA streefwaarden en bodemsaneringsnormen voorgesteld.  Deze toetsingswaarden zijn voorlopige waarden, maar kunnen in afwachting van officiële normen al wel richtinggevend gebruikt worden.

 

Xml´s:

OVAM vraagt de erkende bodembeheerorganisaties om de PFAS-analyseresultaten van technische verslagen in xml-formaat te verzamelen en over te maken. Het is daarom belangrijk om samen met het technisch verslag eveneens de analyseresultaten in xml-formaat te uploaden bij het indienen van een nieuw dossier.

Opgelet: wij hebben gemerkt dat er laboratoria zijn die hun PFAS-analyses uitbesteden waardoor deze resultaten vaak niet gerapporteerd worden in de xml. Het is belangrijk dat u het labo erop wijst dat ook de resultaten van de analyses die uitbesteed worden in xml-formaat aangeleverd moeten worden.

 

Verdachte locaties:

Brandweerkazernes: OVAM adviseert een verdachte perimeter van 100 meter rondom brandweerkazernes te hanteren.

3M: de bodembeheerorganisaties hanteren voorlopig een verdachte perimeter van 5 km rondom 3M te Zwijndrecht.

Deel dit bericht: 
Deel dit bericht